Huwelijksaanvragen worden tijdig via de voorganger aan de kerkenraad voorgelegd. Het bruidspaar ontvangt van het college van kerkrentmeesters een brief, waarin de organisatorische aspecten van de dienst worden uiteengezet.
Trouwdiensten worden in principe door de eigen predikant geleid. Bij verhindering beslist de kerkenraad.
De liturgie, inclusief de voorzang wordt door de voorganger, na overleg met het bruidspaar, vastgesteld. De voorzang is niet noodzakelijkerwijs een psalm en in de dienst kan er ook een ander lied worden gezongen. Eventueel kan het bruidspaar na de dienst worden toegezongen.
In de trouwdienst wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van het hertaalde huwelijksformulier door de PKN of van de eigen hertaling zoals verwoord in het beleidsplan.
Tijdens de dienst is het niet toegestaan om foto’s of een film te maken. Er wordt een video opname van de dienst gemaakt.